goedendag oor Engels

goedendag

/ʝu.jə.ˈdɑç/, /ɣu.jə.ˈdɑx/ tussenwerpsel

Begroeting die tijdens de dag gebruikt wordt.

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

good day

tussenwerpsel, Phrase

greeting between sunrise and sunset

Waarom zegt men "Goedendag" wanneer de dag niet goed is?
Why does one say "Good day" when the day is not good?

hello

tussenwerpsel

greeting

We wilden Winston snel goedendag zeggen, kijken hoe hij het stelt.
Thought we'd say a quick hello to Winston, see how he's getting by.

goodbye

naamwoord

Een afscheidsgroet; gebruikt als een of meer mensen in een situatie, dialoog of op een locatie weggaan, terwijl anderen blijven.

A parting statement; used when one or more people in a situation, dialogue or location are leaving, while others remain.

Aan de andere kant van de deur is waar ik goedendag zeg.
On the other side of that door is where I say goodbye.

farewell · good afternoon · bye · mace · adieu · cheerio · goodday · good afternoon! · good morning

voorbeelde

Goedendag, Lola.
G'day, Lola.

‘Goedendag,’ zei de man opnieuw toen ze in een ruimte waren aangekomen die blijkbaar zijn werkkamer was.
‘Hello,’ the man said again once they arrived at the room that must have been his office.

Goedendag, Excellentie.
Good day, Excellency.

Goedendag, pater.
G'day, Father.

Goedendag, Lidia.
Good day, Lidia.

Te druk om goedendag te zeggen?
You too busy to say goodbye?

Ze ging naar buiten naar de vijver en bleef daar tot Doug naar buiten kwam om goedendag te zeggen.
She went outside to the pond, and stayed there until Doug came out to say goodbye.

Goedendag.
Good day.

"""Goed. - Richard, de kinderen willen je ook goedendag zeggen, daarna spreken we verder."""
Richard, the children want to say hello to you, and then we’ll talk again.”

Een andere broeder zegt: „Goedendag.
Another brother says: “Hello.

Goedendag, madam.
Good day, madam.

Goedendag.
Good day, good day.

Het is niet verantwoord om in deze tijden te zeggen: "dit staat me niet aan, goedendag, tot ziens".
It is not responsible at this juncture to say 'I am not happy with this, goodbye, have a nice day'.

Goedendag, meneer.
Hello, sir.

Goedendag, Broeder Portier.
Oh, good day, Brother Porter.

‘Goedendag, heren,’ zei ze, toen na een poosje duidelijk werd dat Raistlin niet van plan was nog iets te zeggen.
"""Farewell, gentlemen,"" she said after a moment, when it was apparent Raistlin wasn't going to add anything further."

Goedendag.
Nice day.

Bedankt en goedendag.
Well, thank you and good day.

Toen Mary de deur opendeed om weg te gaan, kwam Philip binnen die zei: „Goedendag, mevrouw Prout.""
As Mary opened the door to take her leave, Philip entered, saying, ‘Hallo, Mrs Prout.’

Goedendag, heren.
Hello, gentlemen!

Goedendag.
Bonjour.

Een goedendag, meneer.
Good day to you, sir.

Goedendag.
Good day to you.

Goedendag, Frank.
Good day, Frank.