ijdel oor Engels

ijdel

adjektief

vol van zelfbewondering, een te hoge dunk hebbend van het eigen voorkomen en/of de eigen bekwaamheden

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

vain

adjektief

overly proud of one's appearance

Nee, ik wist gewoon niet dat lijfwachten zo ijdel waren.
No, I just didn't know bodyguards were so vain.

futile

adjektief

Toch doen wij er goed aan te beseffen dat zulke ijdele debatten zich kunnen voordoen.
Still, we do well to acknowledge the potential for such futile debates.

conceited

adjektief

Karakteristiek van valse trots.

Characteristic of false pride.

Jouw piepers, dat is ijdele roem.
Your potatoes are pure conceit.

frivolous · useless · abortive · idle · fruitless · puny · sterile · ineffectual · empty · vainglorious · vainly · frothy · unavailing · unsuccessful · egotistical · egotistic · self-conceited · swollen · swollen-headed

Soortgelyke frases

ijdele hoop
wishful thinking

voorbeelde

'Je kunt de waarheid maar beter onder ogen zien, jongen, zodat je geen ijdele hoop blijft koesteren.
“May as well know the truth, boy, so you won’t keep hoping.

Omdat uw pruilen en ijdelheid en uw pedante gewoonten me koud laten?
Because your sulks and vanities and foppish habits leave me cold?

In het geïnspireerde loflied op de goede echtgenote wordt dan ook terecht opgemerkt: „Charme kan bedrieglijk zijn en schoonheid ijdel; maar de vrouw die Jehovah vreest, die verwerft zich lof.” — Sp 31:30.
(1Ti 2:9, 10; 1Pe 3:3, 4) And, in the inspired appraisal of the good wife, it is fittingly stated: “Charm may be false, and prettiness may be vain; but the woman that fears Jehovah is the one that procures praise for herself.” —Pr 31:30.

Ik hoop dat je nu inziet wat jouw ijdelheid opbrengt.
Well, I hope that this has opened your eyes to see where your vanity has taken you.

Daar was trots en ijdelheid; zelfs een beetje oneerlijkheid.
I had pride, I had vanity; I even discovered some deceit.

Hij vond mensen die dure sieraden droegen frivool en ijdel, en hij zag er ook de schoonheid niet van in.
He thought the people who wore it were frivolous and vain, and he failed to see the beauty of it.

Ik meende dat ze voor acht tiende uit ijdelheid en voor twee tiende uit nog wat andere ingrediënten bestonden.
I thought they were eight parts vanity and two of something else.

Hij manipuleert en is ijdel.
He manipulates and is vain.

‘Zonder die ijdelheid zou je hier misschien niet zijn geweest.’
‘If it wasn’t for vanity, maybe you would not have been in here.’

Craig was de perfecte Narcissus; hij was knap en ijdel, net als de meeste mannen die ze de laatste tijd had ontmoet.
Craig was the perfect Narcissus—handsome and vain, just like most men she’d met recently.

De achttiende eeuw kon in zulke redewaarheden en ijdele abstracties behagen vinden.
The eighteenth century was able to find pleasure in such truths of reason and vain abstractions.

‘Laten wij enkele van deze minder opvallende gaven eens bekijken: de gave om te vragen; de gave om te luisteren; de gave om de stille, zachte stem te horen en te benutten; de gave om te kunnen huilen; de gave om twist te vermijden; de gave om prettig in de omgang te zijn; de gave om ijdele herhalingen te vermijden; de gave om te zoeken naar wat rechtvaardig is; de gave om niet te oordelen; de gave om tot God op te zien om leiding; de gave om een discipel te zijn; de gave om te geven om anderen; de gave om te kunnen overdenken; de gave om te bidden; de gave om een machtig getuigenis te geven; en de gave om de Heilige Geest te ontvangen.’
“Let us review some of these less-conspicuous gifts: the gift of asking; the gift of listening; the gift of hearing and using a still, small voice; the gift of being able to weep; the gift of avoiding contention; the gift of being agreeable; the gift of avoiding vain repetition; the gift of seeking that which is righteous; the gift of not passing judgment; the gift of looking to God for guidance; the gift of being a disciple; the gift of caring for others; the gift of being able to ponder; the gift of offering prayer; the gift of bearing a mighty testimony; and the gift of receiving the Holy Ghost.”

In ieder geval niet ijdel of verwend, dat weet ik zeker.’
Not vain or spoiled, I'm sure.""

Een ander bedachtzaam lid van de kerk heeft geschreven: ‘Ik hoor mensen vaak de naam van de Heer ijdel gebruiken. Bovendien heb ik kennissen die samenwonen met hun vriend.
Another thoughtful Latter-day Saint wrote: “I often hear the name of the Lord taken in vain, and I also have acquaintances who tell me that they are living with their boyfriends.

Vind een weg naar hun verhalen via hun ijdelheid.
Find a way into their stories through vanity.

Gods „woord” werd niet ijdel gezegd.
God’s saying was not said in vain.

Hij is zo stom als hij ijdel is.
He's as thick as he is vain.

Was het ijdelheid om te denken dat ze het misschien wel leuk zou vinden om hem te zien?
Was it vanity that had made him think she might be pleased to see him?

Zozeer dat zelfs niet de geringste verdenking van ijdelheid opkomt bij een geschrift of zelfs een uitspraak van Gaguin.
Not the least suspicion of vanity could ever fall upon the spoken words of Gaguin, much less upon his writings.

Largo zei, met een spoor van gekwetste ijdelheid: ‘Nee, nee.
Largo said, with a trace of pricked vanity, ‘No, no.

Het compliment streelde zijn ijdelheid.
The compliment had tickled his vanity.

38 In de profetische psalm wordt met betrekking tot hun daden de vraag gesteld: „Waarom zijn de natiën in heftige beroering en zijn de volken over iets ijdels blijven mompelen?
38 Over their actions the prophetic psalm asks: “Why have the nations been in tumult and the peoples themselves kept muttering an empty thing?

‘Ach, we zijn allemaal dwaas, zwak en ijdel,’ zei de pastoor.
‘Ah, we’re all foolish, weak and vain,’ said the parish priest.

Nee, ik wist gewoon niet dat lijfwachten zo ijdel waren.
No, I just didn't know bodyguards were so vain.

Het is geen ijdele, ongegronde hoop.
It is not an idle, groundless hope that I speak of.