ik ben ziek oor Engels

ik ben ziek

Phrase

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

I'm sick

[ I’m sick ]

Phrase

I'm sick/ill

voorbeelde

Ik ben ziek.
I'm sick.

‘Ik ben ziek,’ zei Kay met verstikte stem.
“I’m sick,” Kay said in a stifled little voice.

Nou, ik ben ziek van gedumpt worden.
Well, i am sick of getting dumped.

Ik ben ziek en moe van patiënten van mijn leren bank te moeten pellen.
I am sick and tired of peeling patients off of my leather couch.

Ik ben ziek, net als mama en ik zal niet genezen.
I am sick, Jack, just like Mom, and I am never going to get better.

Ik weet niet wat er in het rijk gebeurt, en ik ben ziek van bezorgdheid.
I don’t know what is happening in the realms, and I’m sick with worry.

Ik ben ziek en moe door voorzichtig te zijn.
I am sick and tired of being careful.

Verfrist mij toch met rozijnekoeken, sterkt mij met appels, want ik ben ziek van liefde.
Do you people refresh me with cakes of raisins, sustain me with apples, for I am lovesick.

Op die manier zal „niemand die daar woont, . . . zeggen: ’Ik ben ziek.’
Thus, “no resident will say: ‘I am sick.’

Jehovah zegt: „Geen inwoner zal zeggen: ’Ik ben ziek’” (Jesaja 33:24).
Jehovah says: “No resident will say: ‘I am sick.’”

Ik ben ziek.
I feel ill.

Ik ben ziek... van angst en walging tegen mezelf.
I feel sick with fear and revulsion against myself.

Dan ’zal geen inwoner zeggen: „Ik ben ziek.”’
At that time “no resident will say: ‘I am sick.’”

Je had gelijk, ik ben ziek.
You were right, I am sick.

Ik ben ziek van jou.
I am sick of you.

‘Ik ben ziek geweest,’ vertelt Lucy haar, ‘en ben pas een paar maanden weer op de been.
‘I have been unwell,’ Luce tells her, ‘and have only been back on my feet a few months.

Ik ben ziek van mijn beminnelijke smaak.
I'm sick of my adorable taste.

Ik ben ziek van alle kleinzieligheid, van het vechten, van de rancune en de verbittering.
I’m sick of the pettiness, sick of fighting and sick to death of the resentment, the bitterness.

Om je de waarheid te zeggen, nee, Danton, ik ben ziek.
No, to tell the truth, Danton, I am ill.

Ik ben ziek, Joe.
I'm sick, Joe.

Ik ben ziek, Dot.
I'm sick, Dot.