ontroostbaar oor Engels

ontroostbaar

adjektief

Zonder troost.

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

inconsolable

adjektief

Not consolable

Een ouder met verdriet om een opstandig kind is haast ontroostbaar.
The grief of a parent over a rebellious child is almost inconsolable.

brokenhearted

adjektief

Een ontroostbare Olive bevond zich in een mijnenveld... dat ze aan zichzelf te danken had.
A brokenhearted Olive Snook found herself navigating a minefield of her own making.

disconsolate

adjektief

Zonder troost.

Without consolation.

Je kan je voorstellen dat de muzikanten ontroostbaar waren.
You can imagine, the musicians were disconsolate.

voorbeelde

Blijkbaar was die moeder ontroostbaar.
Apparently the mother was inconsolable.

Het ontroerde mij nog meer dan mijn zusje Elisa, die al uren ontroostbaar huilde.
I was distressed, even more than my sister Elisa, who wept inconsolably for hours.

Ze was ontroostbaar en bleef maar jammeren, huilen en klagen.
She was inconsolable, whining and crying and complaining incessantly.

Het mens is ontroostbaar.
The poor woman is inconsolable.

Haar haar was de laatste strohalm – ontroostbaar huilde en huilde ze.
Her hair was the last straw—inconsolable, she wept and wept.

Jondalar dacht aan zijn broers ontroostbare verdriet en begreep het nu beter.
Jondalar thought of his brother's inconsolable sorrow and understood it more now.

Ze zijn vaak hypergevoelig en prikkelbaar en schreeuwen ontroostbaar bij de geringste aanleiding.
They tend to be hypersensitive and irritable, screaming inconsolably at the slightest provocation.

Het driejarige meisje was ontroostbaar geweest toen ze de rode jamvlekken op haar mooie jurk zag.
The three-year-old had been heartbroken at the sight of the red jelly stains on her pretty dress.

En toen ik eraan dacht dat ik je nooit zou weerzien, was ik ontroostbaar.
And when I thought that I would never see you again, I was disconsolate ... books were tedious.

Koningin Victoria was ontroostbaar: zij droeg rouwkleding voor de rest van haar leven en gaf Edward de schuld voor de dood van zijn vader.
Queen Victoria was inconsolable, wore mourning clothes for the rest of her life and blamed Edward for his father's death.

Hij wist alles over Finn's verleden en was ontroostbaar door zijn vriend's verhaal.
He knew all about Finn’s past and had been heartbroken by his friend’s story.

Maar als ze die over de tuin hadden verstrooid, zoals het plan was, dan zou Christa ontroostbaar zijn geweest.
But if they’d gone into the garden like they planned, Christa would’ve been distraught.

Na het afschuwelijke overlijden van Bayley en hun ongeboren kleindochter, was de familie van Fernando ontroostbaar.
Upon the painful passing of Bayley and her baby daughter, Fernando’s family was inconsolable.

Vervolgens begon ze ontroostbaar te huilen en verontschuldigde zich omdat ze haar mening had gezegd en omdat ik bestond.
Then she became disconsolate, crying and apologizing for having spoken her mind and my having been born.

Ik slaak de ene na de andere ontroostbare zucht en moet al mijn reserves aanspreken om te verhinderen dat ik ga huilen.
I sigh disconsolately over and over again, fighting with every reserve I can to keep from crying.

Mijn broers en zussen schaarden zich om me heen om troostrijke woorden te bieden, maar ik was ontroostbaar.
My brothers and sisters rallied around to offer words of comfort, but I was inconsolable.

Het lijkt erop dat ze ontroostbaar was.
It seems she was broken-hearted.

Ze schoten hem neer. 30 Dorothy Gibbons rouwde ontroostbaar om haar zoon.
Dorothy Gibbons grieved inconsolably for her son.

Ze ontmoette mijn broer en trouwde de volgende dag met hem, en toen ze overleed, liet ze hem ontroostbaar achter.
She met my brother and married him the next day, and when she died, she left him desolate.

‘Ja, je kunt van Lenny zeggen wat je wilt, maar hij was ontroostbaar.
“Yeah, say what you want about Lenny, he was devastated.

Als we over jou spreken, huilt hij en is hij ontroostbaar.
Whenever we speak of you, he weeps and won't be comforted.

Ze wist dat de Rimor haar hoorde, maar het metalen onaardse huilen ging door, ontroostbaar, eindeloos treurig.
She knew the Rimor heard her; but the metallic unearthly weeping continued, beyond consolation, beyond sorrow.

(In veel versies is de goochelaar opdat moment ontroostbaar van verdriet.
(In many accounts the magician is, at this point, inconsolably sad.

Lisa was ontroostbaar geweest na het nieuws, dus Jason had haar aan de zorg van haar echtgenoot overgedragen.
Lisa had been inconsolable, so Jason had left her to her husband.

Hij was ontroostbaar: hij wilde zijn vader zien; hij wilde zijn broer zien; hij wilde zijn foto’s zien.
He was inconsolable: he wanted his father; he wanted his brother; he wanted his photos.