troetelnaam oor Engels

troetelnaam

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

pet name

naamwoord

En jij bent een moordenaar en een dief die zijn wapens troetelnamen geeft.
And you're a murderer and a thief who gives his guns pet names.

voorbeelde

‘Is dat een echte naam, of een troetelnaam?’
‘Is that a real name, or a pet name?’

Hebben jullie troetelnamen voor die dingen?
You guys actually have pet names for these things?

vroeg ze, haar Vlaamse troetelnaam voor me gebruikend.
she asked, using her Flemish nickname for me.

Maar in zijn mond zwol Samirs troetelnaam, die door niemand anders dan Labbe en zijn ouders werd gebruikt.
But Samir’s nickname seemed to swell in his mouth, the nickname no one but Labbe and his parents used.

Je voegt er een e of een y aan toe als een troetelnaam.
You add an 'e' or 'y' or whatever to their name as an instant nickname.

Natasha's troetelnaam voor haar had Isabella in geen jaren gehoord.
Spaghetti face Natasha's pet name for her, one Isabella hadn't heard in years.

Dat is toch de troetelnaam voor Eleanor?
That is the affectionate term for Eleanor, isn't it?

Dat is z' n troetelnaam voor mij
His pet name for me

Hoofdstuk 42 Het zat Wulfric dwars dat Milisant zijn troetelnaam als een bijnaam had laten klinken.
Forty-two It annoyed Wulfric that Milisant had made his nickname sound like an epithet.

Een troetelnaam?
Any pet name?

Lieverdje, dat is de troetelnaam die hij gebruikt in plaats van schatje als hij vindt dat ik moeilijk doe.
‘Sweetie’: the word he used instead of ‘darling’ when he thought I was playing cute.

Een troetelnaam uit de kindertijd.
It's a childhood nickname.

‘Och Putti (mijnheers troetelnaam), ze hebben zeker de worsten en al onze peulvruchten meegenomen.
Van Daan’s nickname], they are sure to have taken the sausages and all our peas and beans.

We hadden de kleine Bumby als troetelnaam gegeven, vanwege zijn stevige, compacte bouw, zoals een knuffelbeer.
We’d begun to call the baby Bumby for his very round and solid feel, like a stuffed bear.

'Weet je dat ik een troetelnaam voor mijn man heb?'
“Do you know I have a pet name for my husband?”

Misschien ‘mijn oom’, ‘oom Adolf’ of anders ‘Alf’, de troetelnaam voor Adolf... Ik weet het niet.
“Mein Onkel” perhaps, “Uncle Adolf” or maybe “Alf,” a diminutive of “Adolf”...I don’t know.

Hij begon me liefkozend ‘Vie’ te noemen, maar pas nadat hij me gevraagd had of hij me een troetelnaam mocht geven.
He affectionately started calling me “Vee”—but only after asking permission to give me a nickname.

Ik gaf haar de troetelnaam Moby.
I affectionately called her Moby.

De troetelnaam voor Theodora is Theo.
The affectionate term for Theodora is Theo.

De troetelnamen die zij voor hen koos.
Pet names that she chose for them.

Sterker nog, hij staat bekend onder de troetelnaam Abt Slangenkop.
Indeed, he is affectionately known as Abbot Snakehead.

Troetelnamen?
Cute names for each other?

‘De bibliotheek’ was de troetelnaam voor het archief van KBC op de vijfenvijftigste verdieping.
“The library” was the glorified name for KBC’s archive of former pitches and campaigns, on the fifty-fifth floor.

Hij kreeg die troetelnaam vooral door zijn ‘Noodvoorziening voor ouden van dagen’ uit 1947.
His enormous popularity was largely due to the emergency law on state old-age pensions he implemented in 1947.

Je moet me Mordy noemen, of mij een andere troetelnaam geven.
You must call me Mordy, or some such pet name.