om de waarheid te zeggen oor Frans

om de waarheid te zeggen

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Frans

à proprement parler

voorbeelde

Maar om de waarheid te zeggen, het was iets anders.
« Mais pour être honnête, il s’agissait d’autre chose.

Misschien is hij bang om de waarheid te zeggen.
Peut-être a-t-il peur de dire la vérité.

Om de waarheid te zeggen, het maakt waarschijnlijk niets uit.
Et, en vérité, cela pourrait ne rien changer.

Om de waarheid te zeggen had hij op de avond van hun gesprek al een definitief besluit genomen.
À vrai dire, dès le soir de leur conversation, il s’était déjà engagé face à lui-même.

Om de waarheid te zeggen, Mrs. Kingman, ik voel't kriebelen.
Pourdire vrai, Mme Kingman, je me sens déja a l'étroit.

Om de waarheid te zeggen jaagt het me meer angst aan om hem weer te zien moorden.’
La vérité est que j’ai plus peur de le voir tuer de nouveau

Om de waarheid te zeggen, hadden zij nooit het frisse meisjesachtige gehad.
Elles n’avaient jamais eu, à vrai dire, le duvet des jeunes filles.

'Om de waarheid te zeggen heb ik je moeder nauwelijks gekend,' vervolgde hij.
À vrai dire, jai à peine connu votre mère, continua-t-il.

'Om de waarheid te zeggen ken ik hem amper.
A dire le vrai, je le connais à peine.

Om de waarheid te zeggen, ik kan me die levendig voorstellen.
En vérité, je les imagine fort bien, ces réactions.

Dat je fatsoenlijk genoeg had moeten zijn om de waarheid te zeggen?
Que tu aurais pu avoir la décence de nous dire la vérité ?

Om de waarheid te zeggen, was die daar al die tijd geweest, maar mr.
À dire vrai elle s’y était trouvée tout le temps, mais M.

Zij is, om de waarheid te zeggen, regelmatig verstoord.
Elle est contrariée assez souvent, pour être honnête.

Om de waarheid te zeggen boezemden de Borders Rebus angst in.
À vrai dire, les habitants des Borders épouvantaient Rebus.

Je bent nog niet klaar om de waarheid te zeggen.
Vous n'êtes pas encore prête à dire la vérité.

‘Ik voel me erg veilig bij jou,’ bekende ik, opnieuw verleid om de waarheid te zeggen.
— Je me sens très en sécurité avec toi, confessai-je, fascinée par cette façon que j’avais de lui dire la vérité.

‘Ik vond... om de waarheid te zeggen vond ik niet dat jij daar iets mee te maken had.
– Je pensais... Pour être tout à fait honnête, il me semblait que ça ne vous regardait pas.

Om de waarheid te zeggen, wilde hij niet echt graag de zijne zien.
A dire vrai, il ne souhaitait guère se pencher sur le sien.

Om de waarheid te zeggen, is het grootste probleem hoe we de verveling kunnen verdrijven.
Franchement, notre plus grand problème sera de lutter contre l’ennui.

Om de waarheid te zeggen: iedereen was tegen die tijd nogal bang voor hem geworden.
Pour être franc, on commençait tous à avoir un peu peur de lui.

Maar... om de waarheid te zeggen, ik weet niet waarom ze zich zo gedroeg.
Mais... en fait je ne vois pas pourquoi elle a agi comme elle l’a fait.

Want ik dacht dat jullie iemand wilde die jullie genoeg respecteert om de waarheid te zeggen.
Vous disiez vouloir quelqu'un qui vous respecte assez pour vous dire la vérité.

Ruimte voor meer dan een, om de waarheid te zeggen.
De la place pour plus d’un, à dire vrai.

Om de waarheid te zeggen, begon de bende te wanhopen.
La vérité était que la bande commençait à désespérer.

-Om de waarheid te zeggen weet ik niet wat je van me bent.
—À dire vrai, je ne sais pas ce que vous êtes!