elkaar tutoyeren oor Engels

elkaar tutoyeren

voorbeelde

Gaan we elkaar tutoyeren?
We are on a first-name basis?

Laat ons elkaar tutoyeren.
Can we start being less formal with each other?

We kunnen elkaar tutoyeren.
That's a bit formal, isn't it?

Zullen we elkaar tutoyeren?
Can we be less formal to each other?

Niet zo goed dat we elkaar tutoyeren.
Not that well

Laten we elkaar tutoyeren, m'n beste.
Come on, my dear, let's be more friendly.

— Ik vind het heel prettig, dat wij elkaar tutoyeeren, begon de gast
“I’m glad we can be so informal with each other,” the visitor tried to begin.

Laat ons elkaar tutoyeren.
Let's stop being so formal.

‘Zeg alstublieft geen meneer tegen me, laten we elkaar tutoyeren en bij de voornaam noemen, vind je niet?
“You don’t have to call me Señor Comte, I think we can use each other’s first names, don’t you?

Gaan we elkaar tutoyeren?
We are on a first- name basis?

Zullen we elkaar tutoyeren?
First off, let's all get on a first-name basis, shall we?

Ik geef de voorkeur aan een informele sfeer, dus mag ik voorstellen dat we elkaar tutoyeren?
I prefer an informal atmosphere, so I suggest we use first names.

Als je in mijn appartement zit... dan moeten we elkaar tutoyeren, vind je niet?
If you're gonna hole up in my apartment I figure we should be on a first-name basis, right?

‘Ik hoop dat we nu op het punt zijn dat we elkaar tutoyeren en dat ik je John mag noemen.’
"""I do hope we're on a first-name basis now so that I can call you John."""

‘Weet u,’ voegde ze eraan toe, ‘nu we toch bijna neef en nicht zijn, laten we elkaar tutoyeren...’ ‘Dank u beleefd.’
‘But do you know, sir,’ she added, ‘since we are almost cousins, let us be less formal with each other...’

Ze tutoyeerden elkaar, natuurlijk, sportkameraden tutoyeren elkaar, dat heeft niets te betekenen.
They called each other ‘du’, of course, fellow sportsmen call each other ‘du’, there’s nothing special about it.

Het is vaak beter om elkaar te tutoyeren, Elyria.
It’s often better if we’re on a first-name basis, Elyria.

Dank u wel, maar we hadden nog niet afgesproken om elkaar te tutoyeren
I don' t go any place with men I don' t know

Nooit, dacht Charlotte, had ze die vrouw moeten aanbieden elkaar te tutoyeren.
She ought never, thought Charlotte, to have let that woman address her on such familiar terms.

Franziska – ze heeft voorgesteld elkaar te tutoyeren – is ongeveer van Judes leeftijd, lang, slank, erg blond.
Franziska – she’s asked us to call her that – is about Jude’s age, tall, thin, very fair.

Om elkaar te tutoyeren?
Using our first names?

We kennen elkaar te kort om elkaar te tutoyeren.
And I'm not sure that we know each other well enough for first names yet.

Aangezien u hier te gast bent, ook al heb ik u niet uitgenodigd, kunnen we elkaar misschien tutoyeren.
Though since you’re my guest, even though I didn’t invite you, perhaps we ought to be on a first-name basis.