De „natuurgoden” waren in de menselijke voorstelling verbonden met geregeld terugkerende of cyclische manifestaties van kracht, zoals het dagelijks opkomen van de zon in al haar stralende pracht, de invloed van de zonnewende en de dag-en-nachteveningen op de jaargetijden (waardoor zomer en winter, lente en herfst ontstaan), de winden en stormen, de regen en de uitwerking ervan op de vruchtbaarheid van de aarde in de zaai- en oogsttijd, en soortgelijke manifestaties van kracht.
Les “ dieux de la nature ” étaient associés dans l’esprit des hommes aux manifestations périodiques ou cycliques de force, tels le flamboiement quotidien des rayons du soleil ou les saisons, conséquences des solstices et des équinoxes (qui entraînent l’été et l’hiver, le printemps et l’automne), les vents et les tempêtes, les chutes de pluie et leurs effets sur la fertilité du sol en périodes de semailles et de moisson, et d’autres manifestations similaires de force.jw2019 jw2019