aver freddo oor Nederlands

aver freddo

Vertalings in die woordeboek Italiaans - Nederlands

vriezen

werkwoord

voorbeelde

Non potevo ammettere di aver freddo!
Ik wilde niet toegeven dat ik het koud was.

"E lui disse: ""Andiamo, Zosia, hai bisogno di un tè, sei pallida, hai l'aria di aver freddo""."
Toen zei hij: ‘‘Toe, Zosia, drink wat thee, je ziet er bleek en koud uit.”

Ma se dovesse aver freddo, noi siamo qui davanti.»
Maar zoals ik zei: als u het koud krijgt, we staan vlak voor u.’

Si chiesero di cosa mai potesse trattarsi e per un attimo dimenticarono di aver freddo.
Ze vroegen zich af wat het kon zijn en vergaten dat ze het koud hadden.

«Comunque, potresti aver freddo senza il cardigan.
‘Bovendien krijg je het zonder vestje koud.

Non deve temere d'aver freddo.
Ze behoeft niet bang voor de kou te zijn.

Sembri aver freddo
Je ziet er zo koud uit

Infilai tunica, calzoni e sandali e continuai ad aver freddo.
Toen ik mijn tuniek, broek en sandalen aan had, was het nog koud.

Quando venivano in visita da Hannover tutti e quattro, Steffi sembrava sempre aver freddo.
Als ze met zijn vieren uit Hannover op bezoek kwamen, leek Steffi het altijd koud te hebben.

«Non me ne importa niente di aver freddo.
'Het interesseert me niets of ik het koud heb.

Avevo freddo, ma era una notte in cui tutti dovevano aspettarsi di aver freddo.
Het was koud, maar tja, dit was een nacht waarin je mocht verwachten dat je het koud zou hebben.

Sembrava aver freddo.
Jane leek het koud te hebben.

Alexandra si accorse di aver freddo.
Alexandra merkte dat ze het koud had gekregen.

Preferisco aver freddo che soffocare.
Ik heb het liever koud dan dat ik het benauwd krijg.

Forse dovrei aver freddo, ma non é cosi.
Ik hoor te bevriezen, maar dat is niet zo.

Harry cominciava ad aver freddo.
Harry begon het koud te krijgen.

Meglio aver freddo che mettere a rischio il mio travestimento.
Beter bevriezen dan riskeren dat ik mijn vermomming verpestte.

La ferita al torace continuava a sanguinare e lui cominciava ad aver freddo.
De snee die over zijn ribben liep bloedde nog steeds en hij begon het erg koud te krijgen.

"E, volgendosi all'ospite: ""Il vento della notte è rigido, nelle Alpi: dovete aver freddo, signore."""
En zich tot zijn gast wendende:—„De nachtwind is guur in de Alpen.

Comincio ad aver freddo e ritorno nella manyatta.
Het begint fris te worden en ik ga terug naar de manyatta.

Benché forse non ti succede mai di aver freddo, con quello strato di roba addosso; o mi sbaglio?
Maar misschien ben je nooit koud, met al dat elastiek om je heen?’

Tremare era poco virile, ed era deciso a non aver freddo.
Een beetje man bibberde niet, en hij was vastbesloten het niet koud te gaan krijgen.

Pensavo che potessi aver freddo.
Voor het geval je het koud hebt.

Non rischi di aver freddo, vestita così?
Krijg je het niet koud daarin?

Sembri aver freddo.
Je ziet er zo koud uit.