Geïntimeerde in het hoofdgeding heeft zowel in haar schriftelijke opmerkingen als tijdens de mondelinge behandeling voor het Hof gesteld dat zij ten aanzien van de door haar leden verzamelde gegevens niet de „voor de verwerking verantwoordelijke” in de zin van richtlijn 95/46 was, en heeft zich enigszins geërgerd aan de voorstelling van de feiten dat haar leden conform haar instructies handelen en niet op basis van een goddelijk bevel.
The defendant in the main proceedings has denied, both in its written observations and in its oral argument before the Court, that it is the ‘controller’ of the data collected by its members, for the purposes of Directive 95/46, and has expressed some irritation at the statement that its members act on its instructions and not in response to divine command.eurlex-diff-2018-06-20 eurlex-diff-2018-06-20