– klasse 30: „Snoepgoed, suikergoed, ook als decoratie voor kerstbomen, pralines, consumptie-ijs, sorbets, gebrande en gepofte mais [pop-corn], puddingen, chocoladesnoepjes, ook gevuld met drank, inzonderheid sterke drank, suikergoed in de vorm van de pastillen, marsepein, snoepgoed met amandelen, snoepgoed in de vorm van fruitgeleien, snoepgoed met glazuursuiker, snoepgoed met noten, bonbons, karamel (bonbons), chocolade, toppings, chocolade in staven, repen of bolletjes, inzonderheid zacht smeltende chocolade, gevulde chocoladesnoepjes of pralines met noten of ander fruit, likeur of siroop; toffees, dragees, kauwgom voor niet-medisch gebruik; gegelatineerde kauwgom; witte drop (heemst); sap van zoethout; zoethout; banketbakkersspijs (fruitpittenpasta); nougat”.
– Class 30: ‘Sweetmeats, sugar confectionery, including being decorations for Christmas trees, sugared almonds, ices, sorbets, popcorn, puddings, pralines, including with liquid centres, in particular of spirits, confectionery in the form of pastilles, marzipan, almond confectionery, confectionery in the form of jellied fruits, confectionery in the form of fudge, nut confectionery, sweets, caramels (candy), chocolate, coatings, chocolate in blocks, bars or balls, in particular soft melt-in-the-mouth chocolate, filled chocolate, chocolate or pralines combined with nuts or other fruits, with liqueurs or syrups; Caramels, dragees, chewing gum, not for medical purposes; Wine gums; Marshmallows; Liquorice juice; Liquorice; Persipan; Nougat’.EurLex-2 EurLex-2