Nabopolassar oor Engels

Nabopolassar

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

Nabopolassar

eienaam

De Babyloniërs schaarden zich rond Nabopolassar en stelden hem tot koning aan.
The Babylonians rallied around Nabopolassar and bestowed the kingship on him.

voorbeelde

Na verdere veldslagen tegen de Assyriërs veroverden de verenigde strijdkrachten van de Meden en de Babyloniërs ten slotte in het 14de jaar van Nabopolassar (632 v.G.T.)
After further battles against the Assyrians, finally in the 14th year of Nabopolassar (632 B.C.E.) the combined forces of the Medes and the Babylonians conquered Nineveh.

Zij ontplooiden hun macht vooral in de 7de en 6de eeuw v.G.T., toen Nabopolassar, een Chaldeeër, en zijn opvolgers, Nebukadnezar II, Evil-Merodach (Awil-Marduk), Neriglissar, Labashi-Marduk, Nabonidus en Belsazar, over Babylon, de derde wereldmacht, heersten (2Kon 24:1, 2; 2Kr 36:17; Ezr 5:12; Jer 21:4, 9; 25:12; 32:4; 43:3; 50:1; Ez 1:3; Hab 1:6).
(Isa 13:19; 23:13; 47:1, 5; 48:14, 20) Particularly was this domination manifest during the seventh and sixth centuries B.C.E. when Nabopolassar, a native of Chaldea, and his successors, Nebuchadnezzar II, Evil-merodach (Awil-Marduk), Neriglissar, Labashi-Marduk, Nabonidus, and Belshazzar, ruled the Third World Power, Babylon.

De Babyloniërs schaarden zich rond Nabopolassar en stelden hem tot koning aan.
The Babylonians rallied around Nabopolassar and bestowed the kingship on him.

Het respect dat velen voor deze twee goden hebben, blijkt uit het feit dat hun namen opgenomen zijn in een aantal eigennamen van Babyloniërs — Belsazar, Nabopolassar, Nebukadnezar en Nebuzaradan, om er slechts enkele te noemen.
The respect that many have for these two gods is seen by the fact that their names are incorporated into a number of personal names of Babylonians —Belshazzar, Nabopolassar, Nebuchadnezzar, and Nebuzaradan, to mention just a few.

645, Nabopolassar wordt koning van Babylon: it-1 188, 217
645, Nabopolassar becomes king of Babylon: it-1 205, 236

De regering van Nabopolassar, Nebukadnezars vader, kenmerkte het begin van wat het Nieuwbabylonische Rijk wordt genoemd, dat eindigde met de regering van Nabonidus en van zijn zoon Belsazar en de omverwerping van Babylon door Cyrus de Pers.
The reign of Nebuchadnezzar’s father Nabopolassar marked the start of what is called the Neo-Babylonian Empire; it ended with the reigns of Nabonidus and his son Belshazzar and the overthrow of Babylon by Cyrus the Persian.

Volgens een Babylonische kroniek werden de Egyptenaren in het 21ste jaar van de regering van Nabopolassar bij Karkemis verslagen.
According to a Babylonian chronicle, the Egyptians were defeated at Carchemish in the 21st year of Nabopolassar’s reign.

Over de teksten van de Nieuwbabylonische kroniek, die handelen over de periode van Nabopolassar tot Nabonidus, zegt dezelfde schrijver: „De teksten van de Nieuwbabylonische Kroniek zijn geschreven in klein schrift van een type dat op zich geen nauwkeurige datering mogelijk maakt, maar waaruit opgemaakt kan worden dat ze globaal gesproken geschreven werden in de periode die lag tussen de tijd waarin de gebeurtenissen zich voordeden en het einde van de Achaemenidenheerschappij.”
Of the Neo-Babylonian Chronicle texts, covering the period from Nabopolassar to Nabonidus, the same author states: “The Neo-Babylonian Chronicle texts are written in a small script of a type which does not of itself allow any precise dating but which can mean that they were written from any time almost contemporary with the events themselves to the end of the Achaemenid rule.”

Met de bouw van de muren van Babylon werd in de zevende eeuw vóór onze gewone tijdrekening door koning Nabopolassar begonnen, waarna zijn opvolger, koning Nebukadnezar II (624-581 v.G.T.) ze voltooide.
Babylon’s walls were constructed by King Nabopolassar of the seventh century B.C.E. and his successor King Nebuchadnezzar II (624-581 B.C.E.).

De tweede heerser van het Nieuwbabylonische Rijk; de zoon van Nabopolassar en de vader van Awil-Marduk (Evil-Merodach), die hem op de troon opvolgde.
Second ruler of the Neo-Babylonian Empire; son of Nabopolassar and father of Awil-Marduk (Evil-merodach), who succeeded him to the throne.

Ninevé werd later echter vernietigd, waarna zuid-Assyrië en de aanspraken op Egypte, Palestina en Syrië op Babylonië onder koning Nabopolassar waren overgegaan.
But Nineveh was later destroyed and southern Assyria and also the title to Egypt, Palestine and Syria had fallen to Babylonia under King Nabopolassar.

8 De bevelhebber van het Chaldeeuwse leger, Nebukadnezar, de zoon van koning Nabopolassar, die een generaal van koning Assurbanipal van Assyrië was geweest, was aanwezig bij de val van Ninevé.
Present at Nineveh’s fall was the commander of the Chaldean army, Nebuchadnezzar, son of King Nabopolassar, who had been a general of King Assurbanipal of Assyria.

Uit dit huwelijk werd Belsazar geboren, die daarom een kleinzoon was van Nebukadnezar en een achterkleinzoon van Nabopolassar, de stichter van de laatste dynastie van de Semitische koningen van Babylon.
This marriage produced Belshazzar, who was therefore a grandson of Nebuchadnezzar and a great-grandson of Nabopolassar, the founder of the last dynasty of Semite kings of Babylon.

Als een vervulling van Nahums profetie viel Ninevé in 632 v.G.T. in handen van de geallieerde strijdkrachten van de Babylonische koning Nabopolassar en de Mediër Cyaxares.
In fulfillment of Nahum’s prophecy, Nineveh fell to the combined forces of Babylonian King Nabopolassar and Cyaxares the Mede in 632 B.C.E.

Deze profetie werd vervuld toen de gecombineerde strijdkrachten van de Babylonische koning Nabopolassar en Cyaxares de Meder Ninevé in 632 v.G.T. innamen. — 2:3–3:19.
This prophecy was fulfilled when the combined forces of Babylonian king Nabopolassar and Cyaxares the Mede captured Nineveh in 632 B.C.E. —2:3–3:19.

Die dynastie, van Nabopolassars zoon Nebukadnezar tot Belsazar, wordt in de bijbelse profetie afgebeeld door het gouden hoofd van het beeld uit Nebukadnezars droom (Da 2:37-45) en, in een droomvisioen van Daniël, door een leeuw die de vleugels van een arend en een mensenhart had. — Da 7:4.
That dynasty from Nabopolassar’s son Nebuchadnezzar on to Belshazzar is represented in Bible prophecy by the head of gold of Nebuchadnezzar’s dream image (Da 2:37-45) and, in a dream-vision of Daniel, by a lion that had the wings of an eagle and the heart of a man. —Da 7:4.

Hoewel de datum van deze gebeurtenis (het 14de jaar van Nabopolassar) op het nog voorhanden zijnde spijkerschrifttablet dat de val van Nineve verhaalt, is uitgewist, kan deze toch uit de context worden opgemaakt.
Though effaced from the extant cuneiform tablet that relates the fall of Nineveh, the date for this event, the 14th year of Nabopolassar, can be supplied from the context.

De regering van Nabopolassar, de vader van die vorst, wordt „het begin van het Nieuw-Babylonische Rijk” genoemd.
The reign of that monarch’s father, Nabopolassar, is termed “the beginning of the Neo-Babylonian Empire.”

Met de ondergang van de tweede wereldmacht stichtte de Chaldeeër Nabopolassar vervolgens omstreeks 645 v.G.T. een nieuwe dynastie in Babylon.
Then with the decline of the second world empire, the Chaldean Nabopolassar founded a new dynasty in Babylon about 645 B.C.E.

Deze profetieën werden in 632 v.G.T. vervuld, toen verrassend genoeg de verenigde strijdkrachten van de Babylonische koning Nabopolassar en de Meder Cyaxares Nineve plunderden en met de grond gelijkmaakten — zo grondig dat zelfs de ligging van de stad meer dan 2000 jaar onbekend was.
(Zephaniah 2:13-15) These prophecies were fulfilled in 632 B.C.E. when, surprisingly, the combined forces of Babylonian king Nabopolassar and Cyaxares the Mede plundered and razed Nineveh —so thoroughly that even the location of the city became unknown for over 2,000 years.

De inleiding en voetnoten van deze vertaling wijzen erop dat Nebukadnezar koning van Babylonië was en nooit in Nineve heeft geregeerd, aangezien Nineve al voordien door Nebukadnezars vader Nabopolassar was verwoest.
(Judith 1:1, 7 [1:5, 10, Dy]) The introduction and footnotes of this translation point out that Nebuchadnezzar was king of Babylonia and never reigned in Nineveh, since Nineveh had been destroyed earlier by Nebuchadnezzar’s father Nabopolassar.

„Nebukadrezar, koning van Babylon, de hersteller van Esagila en Ezida, de zoon van Nabopolassar ben ik.
“Nebuchadrezzar, King of Babylon, the restorer of Esagila and Ezida, son of Nabopolassar am I.

(Jer 46:2), plaatsvond. Bijgevolg zou de inneming van Nineve (ongeveer zeven jaar voordien) in het 14de jaar van de regering van Nabopolassar in 632 v.G.T. vallen. — Zie ASSYRIË (De val van het rijk).
(Jer 46:2) Therefore, the capture of Nineveh (about seven years earlier) in the 14th year of Nabopolassar’s reign would fall in the year 632 B.C.E. —See ASSYRIA (The fall of the empire).

Ptolemaios kende de regering van Nabopolassar 21 jaren toe, Nebukadnezar 43 jaren, Evil-Merodach 2, Neriglissar 4, en Nabonédos 17, dat zijn in totaal dus 87 jaren.
Ptolemy assigned 21 years to the reign of Nabopolassar, 43 to Nebuchadnezzar, 2 to Evil-merodach, 4 to Neriglissar, and 17 to Nabonidus, for a total of 87 years.

Vernemend dat zijn vader, Nabopolassar, was gestorven, aanvaardde deze jonge man genaamd Nebukadnezar in 624 v.G.T. de troon.
Learning that his father, Nabopolassar, had died, this young man named Nebuchadnezzar took the throne in 624 B.C.E.