droom oor Engels

droom

naamwoord, werkwoord manlike

beelden die men ziet wanneer men slaapt

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

dream

naamwoord

Imaginary events seen while sleeping

Hij was gelukkig om zijn droom te hebben waargemaakt.
He was happy for having realized his dream.

daydream

werkwoord, naamwoord

Suki, heb je ook niet zo vaak gedroomd, dat we elkaar weer zouden zien?
Suki, haven't you had the same amount of daydreams as I have, about seeing each other again?

vision

naamwoord

Ik had het nooit geloofd als ik niet dezelfde droom had gehad.
I would not have thought it possible, had I not suffered the same vision myself that night.

wish · fancy

Soortgelyke frases

Lucide droom
lucid dream

Amerikaanse droom
American dream

droomde
dreamed · dreamt

levendige droom
lucid dream

uit de droom helpen
disabuse

een droom die uitkomt
a dream come true

dromen over
to dream about

natte droom
night emission · nocturnal emission · wet dream

voorbeelde

De hele nacht droom ik van de reddingsboot die de haven binnenloopt.
All night I dream the lifeboat’s coming in.

In deze periode had ik een aantal verbijsterende en angstaanjagend levendige dromen.
Some of the dreams I had during this period were stunningly and frighteningly vivid.

Hij vroeg niet of ze ook nachtmerries over Waru had gehad; hij worstelde nog steeds met zijn eigen dromen.
He did not ask if she too had nightmares about Waru.

Ik droom ervan bij hen op bezoek te gaan.
I dream of going to visit them.

Het is dezelfde bloem als in mijn dromen.
It’s the same flower from my dreams.

Je kan jaren leven zonder dromen.
You can live for years without dreams.

Eerst denkt ze dat de prairiewolven in haar droom bij haar komen.
At first she thinks the coyotes have come to her in her dream.

Maar zijn prestaties, onbaatzuchtige werk en zijn dromen, leiden ons de weg.
But his achievements, his selfless work, and his dreams shine a light forward for all of us.

‘Zou je vanavond weer over hem dromen?’
“You reckon you’ll dream of him tonight?”

Op zijn gezicht lag nu een maniakale uitdrukking van voldoening: al zijn dromen waren in één keer uitgekomen.
He now wore a maniacally pleased expression: all his dreams had come true at once.

Bij het vers gedolven graf van mijn leeftijdgenoten droom ik van zulke triviale dingen.
At the fresh grave of my peers I dream about such trivial things.

'Ik ben aan het dromen, dus het is mijn droom!’
“I’m dreaming, so it’s my dream!”

Ze wordt wakker uit een droom en probeert zich de details te binnen te brengen.
She wakes up from a dream and tries to remember the details.

Ik had vannacht een vreemde droom.
I had a strange dream last night.

Jaren geleden had het oudje eens een droom geduid voor Safca.
Years before, the crone had interpreted a dream to Safca.

Ik herinner me mijn bruidsnacht als een mooie droom.
I can remember my wedding night like the most beautiful dream.

Ik droom van zijn wandeling door de bossen.
I dream of his walk through the woods.

Er waren ook slaven bij – mannen, vrouwen en kinderen – over wier ruggen die dromen waargemaakt moesten worden.
Included also were the slaves—men, women, and children—upon whose backs these dreams were to be made possible.

Ze delen verwachtingen en dromen en brieven van vriendjes die vechten in de oorlog.
They share hopes and dreams and letters from boyfriends off at war.

Die vervloekte erotische dromen ook.
Damn those erotic dreams, anyway.

Laat het een droom zijn... Laat het alleen maar een nachtmerrie zijn.
Let it be a dream... Let it be nothing but a bad dream.

Het is mijn werk, jouw dromen waarmaken.
But it is my job to meet you your dreams.

Ik ga niet met hangende pootjes terug naar huis, omdat jij een nare droom hebt gehad, Aboli.'
I will not slink home again because you have had a bad dream, Aboli.’

Het was een stomme droom.
It was a stupid dream.

Jozef van Nazareth, de adoptievader van Jezus, kreeg ook een droom van God. Hij moest met zijn vrouw en kind naar Egypte vluchten.
(Daniel 7:1-3, 17) By means of a dream, God told Joseph of Nazareth, the adoptive father of Jesus, to flee to Egypt with his wife and child.