bring near to oor Nederlands

bring near to

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

dicht bij elkaar brengen

ineenschuiven

naderbij brengen

werkwoord

voorbeelde

9 Finally Saul said: “BRING near to me the burnt sacrifice and the communion sacrifices.”
9 Ten slotte zei Saul: „Brengt het brandoffer en de gemeenschapsoffers bij mij.”

Their view was: “Let not a man associate with sinners even to bring them near to the Torah.”
Zij plaatsten zich op het standpunt: „Laat een man niet met zondaars omgaan, zelfs niet om hen dicht bij de thora te brengen”.

+ 23 And the king+ of Aʹi they caught alive and proceeded to bring him near to Joshua.
+ 23 En de koning+ van Ai namen zij levend gevangen en brachten hem toen bij Jo̱zua.

This is true service by God’s great High Priest, Christ Jesus, for not only does he bring the people of the nations near to God but brings God near to them.
Dit is ware dienst door bemiddeling van Gods grote Hogepriester, Christus Jezus, want hij brengt de mensen uit de natiën niet alleen dicht bij God maar brengt ook God dicht bij hen.

He waited seven days for Samuel to come up and offer burnt sacrifice and communion sacrifices and, when he failed to show patience, he said: “‘Bring near to me the burnt sacrifice and the communion sacrifices.’
Hij wachtte zeven dagen totdat Samuël zou komen om het brandoffer en de gemeenschapsoffers te offeren, maar toen verloor hij zijn geduld en zei: „’Brengt het brandoffer en de gemeenschapsoffers bij mij.’

That which would bring him near to his Lord was made lovable to him.
Wat de slaaf verkreeg, behoorde aan zijn heer, met uitzondering van het peculium.

Concentrating on that need will bring you near to what you want.
Door je gedachten helemaal te richten op die noodzaak kom je in de buurt van wat je wilt.

Romney sought to bring near-universal health insurance coverage to the state.
Romney was een groot voorstander van de invoering van nagenoeg universele ziektekostenverzekering in zijn staat.

6 But just then, there came one of the Israelites bringing near to his brothers a Midʹi·an·ite woman+ before the eyes of Moses and of all the assembly of the Israelites, while they were weeping at the entrance of the tent of meeting.
6 Maar net op dat moment bracht een van de Israëlieten een Midianitische vrouw+ het kamp in, voor de ogen van Mozes en de hele gemeenschap van Israël, die bij de ingang van de tent van samenkomst aan het rouwen waren.

When Owl tried to bring the horse near enough to explain their need, the man shot at them.
Toen Uil dichterbij probeerde te komen om de man van hun nood te vertellen, schoot hij op hen.

So he brings himself near to an immoral person designedly, with one thing in mind, and he is agreeable to being seduced.
Klaarblijkelijk slechts met één ding in gedachten gaat hij naar een immoreel persoon toe en vindt het prettig verleid te worden.

28 “And as for you, bring near to yourself Aaron your brother and his sons with him from the midst of the sons of Israel that he may act as priest to me,+ Aaron,+ Naʹdab and A·biʹhu,+ El·e·aʹzar and Ithʹa·mar,+ the sons of Aaron.
28 En wat u aangaat, doe uw broer Aä̱ron tot u naderen en zijn zonen met hem uit het midden der zonen van I̱sraël, opdat hij mij als priester kan dienen:+ Aä̱ron,+ Na̱dab en Abi̱hu,+ Elea̱zar en I̱thamar,+ de zonen van Aä̱ron.

He commanded the soldiers: “Bring near to me, each one of you, his bull and, each one, his sheep, and you must do the slaughtering in this place and the eating, and you must not sin against Jehovah by eating along with the blood.”
Hij gaf de soldaten het bevel: „Brengt hier bij mij, ieder van u zijn stier en ieder zijn schaap, en gij moet de slachting op deze plaats doen geschieden, alsook het eten, en gij moogt niet tegen Jehovah zondigen door vlees met het bloed te eten” (1 Samuël 14:33, 34).

The news of Geoffrey's death seemed to bring the war strangely near to Sirius.
Het nieuws van Geoffrey’s dood leek plotseling de oorlog voor Sirius veel dichterbij te brengen.

8 You should bring the grain offering that was made of these to Jehovah, and it will be presented to the priest, who will bring it near to the altar.
8 Je moet het graanoffer dat daaruit bereid is naar Jehovah brengen. Het moet aangeboden worden aan de priester, die het naar het altaar zal brengen.

“Hence David said to Abiathar the priest, the son of Ahimelech: ‘Do, please, bring the ephod near to me.’
„David zei derhalve tot de priester Abjathar, de zoon van Achimelech: ’Breng toch alstublieft de efod bij mij.’

8 And you must bring the grain offering that was made of these to Jehovah; and it must be presented to the priest and he must bring it near to the altar.
8 En gij moet het daaruit bereide graanoffer aan Jehovah brengen; en het moet aan de priester worden aangeboden en hij moet het naar het altaar brengen.

7 Hence David said to A·biʹa·thar+ the priest, the son of A·himʹe·lech: “Do, please, bring the ephʹod+ near to me.”
7 Da̱vid zei derhalve tot de priester A̱bjathar,+ de zoon van Achime̱lech: „Breng toch alstublieft de efod+ bij mij.”

Weaken them if you can, by all means, bring them as near to death as you like�but bring them to me intact.
Verzwak hen maar als je kunt, breng hen zo dicht bij hun dood als je wilt, maar laat hen wel heel.

Weaken them if you can, by all means, bring them as near to death as you like��but bring them to me intact.
Verzwak hen maar als je kunt, breng hen zo dicht bij hun dood als je wilt, maar laat hen wel heel.

There are none from the great Houses, but they bring the total near to ten thousand, my Lady.”
Er zijn geen mensen van de grote Huizen bij, maar zij brengen het totaal bijna op tienduizend, Vrouwe.’

He brings the bracelet near to his eyes and squints at it.
Hij brengt de armband dicht bij zijn ogen en tuurt ernaar.

And Abiathar came bringing the ephod near to David.
Toen bracht Abjathar de efod bij David.