Dit is 'n lys van die 1301 - 1400 navrae in die Dutch - Italian woordeboek.
Dit word maandeliks bygewerk.
1301: versieren
1302: handelen
1303: schilder
1304: laatste
1305: gezondheid
1306: plas
1307: lang
1308: toewijzen
1309: scheuren
1310: indruk
1311: proeven
1312: beoordelen
1313: kwetsbaar
1314: bagage
1315: referentie
1316: trouwen
1317: gisteren
1318: treffen
1319: schoondochter
1320: stand
1321: bezit
1322: prettig
1323: liedje
1324: vluchten
1325: gevaarlijk
1326: aanwijzing
1327: sterk
1328: enige
1329: lidwoord
1330: geest
1331: toegang
1332: verandering
1333: voorschot
1334: Donald Duck
1335: bekend
1336: deksel
1337: begunstiger
1338: straf
1339: verdieping
1340: vreemd
1341: verwerpen
1342: contactgegevens
1343: krant
1344: valt
1345: koolvis
1346: uitroepen
1347: daarbij
1348: bezorgen
1349: behouden
1350: pakken
1351: gezag
1352: zuur
1353: zwembad
1354: piemel
1355: verkleinwoord
1356: inzien
1357: raam
1358: vrijwel
1359: ingewikkeld
1360: muur
1361: wisselen
1362: vergissing
1363: verbergen
1364: Begijnhof
1365: eenmaal
1366: lawaai
1367: zowel
1368: wennen
1369: lenen
1370: verkeer
1371: innemen
1372: zwaaien
1373: opleggen
1374: vergissen
1375: verzetten
1376: samenvatting
1377: schoen
1378: hok
1379: rechtbank
1380: niet
1381: maatregel
1382: macht
1383: iemand
1384: schattig
1385: verslaafd
1386: bedoeld
1387: mes
1388: zuiver
1389: oog
1390: wiel
1391: wijs
1392: vertrouwd
1393: nadat
1394: onder
1395: verzorgen
1396: jeuk
1397: eindelijk
1398: achteraf
1399: waarom
1400: ontbreken