Dit is 'n lys van die 1501 - 1600 navrae in die Dutch - Greek woordeboek.
Dit word maandeliks bygewerk.
1501: sleutel
1502: werken
1503: voorbereiden
1504: bevrijden
1505: eisen
1506: rij
1507: uitnodiging
1508: trouwen
1509: geweld
1510: aanvaarden
1511: opmerken
1512: dankuwel
1513: vaardigheden
1514: goede morgen
1515: sigaret
1516: hard
1517: verstand
1518: goedkeuren
1519: misselijk
1520: vestigen
1521: zwaan
1522: uithalen
1523: samenstelling
1524: onder andere
1525: voorwaarde
1526: kandidaat
1527: doorsnee
1528: stemming
1529: vocht
1530: uitvoering
1531: winnen
1532: aanbod
1533: steun
1534: ervaren
1535: feest
1536: onderbreken
1537: langskomen
1538: voorgoed
1539: enige
1540: toekomst
1541: beinvloeden
1542: plank
1543: ellende
1544: genezen
1545: ineens
1546: inhalen
1547: paars
1548: spontaan
1549: passeren
1550: lust
1551: lukken
1552: jouw
1553: uitstekend
1554: bedanken
1555: beledigen
1556: algemeen
1557: bevinden
1558: taaleigen
1559: bedekken
1560: recht
1561: niemand
1562: wekker
1563: kennelijk
1564: spreken
1565: zaad
1566: kenmerken
1567: dank
1568: hoeveelheid
1569: vanzelfsprekend
1570: met name
1571: groot
1572: vordering
1573: verwarring
1574: kleintje
1575: pleiten
1576: toestand
1577: verstandig
1578: hoop
1579: inzetten
1580: regel
1581: aanwijzen
1582: voorspoed
1583: spel
1584: rechtdoor
1585: vooraf
1586: tegemoet
1587: gericht
1588: koelkast
1589: werking
1590: scheef
1591: hartelijk dank
1592: vermelden
1593: betrekking
1594: uitdrukking
1595: brandweer
1596: salaris
1597: toewijding
1598: tandarts
1599: veroveren
1600: baas