één keer oor Engels

één keer

Één en maar één maal.

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

once

bywoord

Één en maar één maal.

One and only one time.

Hij heeft dat gedicht maar één keer gelezen. Hij kan het niet uit het hoofd kennen.
He read this poem only once, he can't know it by heart.

one time

bywoord

Belazer ze één keer, vecht één keer met ze, en ze zijn pleite.
You cross'em one time, fight with'em one time, and they're gone.

onetime

adjektief

Misschien moeten we het bij één keertje laten.
Maybe this should just be a - a onetime deal.

Soortgelyke frases

codering in één keer
one-pass encoding

één per keer
one at a time · oneatatime · singly

in één keer
at once · the first time

voorbeelde

"""Conrad, Theo en Roland hebben niet één keer geklaagd,"" betoogde Cayson."
“Conrad, Theo, and Roland haven’t complained once,” Cayson argued.

Ik wil ze nog één keer spreken.
I want to see those guys one more time.

Ik heb ook een keer een aanzoek gedaan.
You know, I proposed once.

We proosten nog een keer.
Another toast.

Eén keer in de zeven tot veertien dagen dook ze op.
She showed up about once every seven to fourteen days.

‘We proberen de Vogelverschrikker nog een keer.
“We’ll try the Scarecrow’s Feint again.

Probeer het nog een keer.
Please run it again.

‘Misschien kan ik een keer op bezoek gaan bij Vienna’s ouders.’
“Maybe someday I can go visit Vienna’s parents.”

Een buitgemaakte prooi wordt altijd in één keer doorgeslikt.
Only one orphaned calf has ever been successfully kept in captivity.

Ze werkte in één keer een hele kip naar binnen.
She devoured an entire chicken in one sitting.

Ze komt minstens een keer per dag -ze neemt me onder haar hoede.
She comes in at least once a day—taking me under her wing, I suppose she calls it—and then files her reports.

Als je m'n zoon nog één keer aanraakt, vermoord ik je.
And if you evertouch my son again, I will kill you.

Hij wilde je nog een keer zien.
He just wanted to see you again.

Ik werd een keer voor straf teruggezet van de achtste groep naar de eerste.
I’d once been sent down from the eighth grade to first for some transgression.

Ik haalde diep adem, en nog een keer.
I took a breath, then another.

Ik weet nog dat ik hen 's winters een keer heb moeten helpen met zandzakken.
I remember helping them with the sandbags one winter.

Op zijn gezicht lag nu een maniakale uitdrukking van voldoening: al zijn dromen waren in één keer uitgekomen.
He now wore a maniacally pleased expression: all his dreams had come true at once.

Mary Alice is maar één keer opgepakt, toch bezorgde ze haar ouders flink wat grijze haren.’
Mary Alice was only arrested once, but she was giving her parents a lot of gray hairs.”

U zou een keer komen eten.
Last winter, you promised to have a family dinner with us.

Eén keer raden.
One guess.

‘Ik zeg het je niet nog een keer,’ zei hij zo rustig, maar tegelijkertijd zo dreigend mogelijk.
"""I'm not going to tell you again,"" he said, injecting as much quiet menace into his tone as he could manage."

Eén keer in twee weken.
Once in two weeks.

Dat doe ik niet nog een keer.
I won't do that again.

Ze hebben hem één keer gevangengenomen en dat zal hij nooit vergeten.
They bound him once, and he'll never forget it.

Eén keer knielde hij en inspecteerde de dwarsliggers waarover ze liepen.
He knelt once and examined the crossties they were walking on.