een dutje doen oor Engels

een dutje doen

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

nap

werkwoord

To have a nap

Je gaat een dutje doen.
You will take a nap.

to take a nap

werkwoord

Misschien ging hij een dutje doen of een wandeling.
Maybe he went to take a nap, a stroll.

voorbeelde

Nou, ik ben bekaf, ik ga denk ik een dutje doen.
Well, I'm bushed, think I'm gonna go take a nap.

Misschien wilde hij een dutje doen.
Perhaps he was going to have a little nap.

We kunnen beter allemaal gaan liggen en een dutje doen.
In fact, we should all lie down and sleep.

Ze zou even een dutje doen en erop vertrouwen dat haar innerlijke klok haar bij Holborn zou wekken.
She'd catch a short nap now and count on her internal clock to wake her at Holborn.

Ik ga een dutje doen.
I'M GONNA GRAB A NAP.

Ik ga een dutje doen, ik stop met spelen.
I want a nap, I'll stop playing

Mijn hoofd deed pijn en ik wilde naar huis en een dutje doen.
My head hurt, and I wanted to go home and take a nap.

Misschien zou ik een dutje doen voor ik de douche nam die ook op mijn lijstje stond.
Maybe I’d have a little nap before I took the shower that also featured on my list.

We gaan een dutje doen, lieve William
Sleepy time, sweet William

‘Of een dutje doen,’ zei Homer optimistisch.
"""Or go to sleep,"" Homer said optimistically."

Ik moet een dutje doen.
I need a nap.

Laten we allemaal een dutje doen.
Come on, ley's all yake a nap yogeyher.

Hoe dan ook, ik ga een dutje doen.
Anyway, I'm gonna take a nap.

Ik ga een dutje doen.
I'm gonna take a little nap, okay?

'Mezelf uitleggen is niet iets dat ik net zo goed kan als bier drinken of een dutje doen.
"""Explaining myself is not one of the things I do really well, like drinking beer, or taking a nap."

En dan kan mamma even een dutje doen.
And Mama, she can take a little nap.

En een dutje doen?
What about taking a nap?

Wil je soms een dutje doen?
You want to take a nap?

Ik wil alleen een dutje doen.
I just want to go take a nap.

‘Ik wilde een dutje doen voor ik me ga klaarmaken voor het bal.
‘I thought I’d go for a nap before I start getting ready for the ball.

Misschien ging hij een dutje doen of een wandeling.
Maybe he went to take a nap, a stroll.

Ga even een dutje doen.
Take a nap, get some rest.

‘Ik wilde net stiekem... een dutje doen.’
‘I was just about to have a sneaky ... nap.’

Daroewalla was lid van de bibliotheek; hij kwam er vaak een dutje doen in de koele, hoge leeszalen.
Daruwalla was a member of the Asiatic Society Library; he’d often dozed in the cool, high-ceilinged reading rooms.

Slapen klinkt zwaarder dan een dutje doen, en bij het zoemen van een kleine ventilator sluimer ik.
Slumber sounds heavier than sleep, and with the hum of a small fan, it's slumber I fall into.