Brief van Paulus aan de Kolossenzen oor Engels

Brief van Paulus aan de Kolossenzen

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

Epistle to the Colossians

naamwoord

voorbeelde

Inleiding tot de brief van Paulus aan de Kolossenzen
Introduction to the Epistle of Paul to the Colossians

4 Uit de beginwoorden van de brief van de apostel Paulus aan de Kolossenzen maken Jehovah’s Getuigen in deze tijd op dat zijn gebod in hoofdstuk 3:14, „bekleedt u . . . met liefde, want ze is een volmaakte band van eenheid”, rechtstreeks op hen van toepassing is.
4 From the opening words of the apostle Paul’s letter to the Colossians, Jehovah’s Witnesses of today know that his command applies directly to them: “Clothe yourselves with love, for it is a perfect bond of union.”

In zijn brief aan de Kolossenzen stelt Paulus de verkeerde zienswijzen van valse leraren aan de kaak.
In his letter to the Colossians, Paul counteracts the wrong views of false teachers.

Wij herinneren ons dat Demas Paulus in de christelijke bediening vergezelde en samen met Lukas door middel van Paulus’ brief aan de Kolossenzen groeten zond aan de christelijke gemeente in Kolosse.
We recall that Demas was an associate of Paul in the Christian ministry and he joined with Luke in sending greetings to the Christian congregation in Colossae by means of Paul’s letter to the Colossians.

Paulus stuurde hem terug naar zijn meester in Kolosse in gezelschap van Tychikus, die Paulus’ brief aan de Kolossenzen bracht.
Paul sent him back to his master at Colosse in company with Tychicus, the bearer of Paul’s letter to the Colossians.

De apostel Paulus had het Koninkrijkszaad niet op de harten van de Kolossenzen gezaaid, maar klaarblijkelijk had deze Epafras van Kolosse dit gedaan, want in de brief aan de Kolossenzen spreekt Paulus over hem als „Epafras, die een van de uwen is, een slaaf van Christus Jezus”.
The apostle Paul had not sown the Kingdom seed among the Colossian hearts, but, apparently, this Epaphras of Colossae had done so, for Paul speaks of him in the letter to the Colossians as “Epaphras, who is from among you, a slave of Christ Jesus.”

32-34. (a) Omstreeks wanneer en van waaruit schreef Paulus zijn brief aan de Kolossenzen?
32-34. (a) About when and from where did Paul write his letter to the Colossians?

In dezelfde zin lezen wij in de bijbel over „de gemeente van de Laodicenzen”, en in de brief van de apostel Paulus aan Filémon over „de gemeente die in [zijn] huis” was. — Kolossenzen 4:16; Filémon 2.
In the same way, we read in the Bible about “the congregation of the Laodiceans,” and, in the apostle Paul’s letter to Philemon, about “the congregation that [was in his] house.”—Colossians 4:16; Philemon 2.

6 De krachtige brief die Paulus aan de Kolossenzen schreef, zal de invloed van personen die misschien het judaïsme en heidense filosofieën met het christendom wilden versmelten, grotendeels tenietgedaan hebben.
6 Paul’s powerful letter to the Colossians would have counteracted the influence of any who might have wished to fuse Judaism and pagan philosophy with Christianity.

Toen de apostel Paulus aan de Kolossenzen schreef, maakte hij gewag van een brief die hij aan de Laodicenzen had gestuurd (Kolossenzen 4:15, 16).
In writing to the Colossians, the apostle Paul mentions a letter that he had sent to the Laodiceans.

De brief aan de Kolossenzen werd kennelijk tegen het einde van Paulus’ eerste gevangenschap in Rome, of omstreeks 60/61 G.T. geschreven, toen hij ook de brief aan Filemon schreef.
The letter to the Colossians was evidently written toward the end of Paul’s first imprisonment in Rome, or about 60-61 C.E., when he also composed the letter to Philemon.

Liefdevol begint Paulus zijn brief aan de Kolossenzen — zoals in zoveel van zijn brieven — met hen te prijzen.
Lovingly, Paul begins his letter to the Colossians, as he does so many letters, by commending them.

De brief van Paulus aan de Kolossenzen is een Bijbelboek van het Nieuwe Testament.
The canonical biblical text Epistle to the Colossians is addressed to the Christian community in Colossae.

De brief van Paulus aan de Kolossenzen is een Bijbelboek van het Nieuwe Testament.
Judging from the Letter to the Colossians,[according to whom?]

Het Bijbelse boek 1 Johannes en de brief van Paulus aan de Kolossenzen bevatten krachtige waarschuwingen tegen dergelijke valse doctrines.
The biblical book of 1 John and Paul’s letter to the Colossians extents a crucial warning to avoid such teaching.

De brief van Paulus aan de Kolossenzen (vaak kortweg Kolossenzen genoemd) is een boek in het Nieuwe Testament van de christelijke Bijbel.
The Epistle of Paul to the Colossians, usually referred to simply as Colossians, is the 12th book of the New Testament.

De brief van Paulus aan de Kolossenzen (vaak kortweg Kolossenzen genoemd) is een boek in het Nieuwe Testament van de christelijke Bijbel.
The Epistle of Paul to the Colossians, often referred to simply as Colossians, is the twelfth book of the New Testament.

De brief van Paulus aan de Kolossenzen (vaak kortweg Kolossenzen genoemd) is een boek in het Nieuwe Testament van de christelijke Bijbel.
The Epistle of Paul to the Colossians, usually referred to simply as Colossians, is the twelfth book of the New Testament.

De brief van Paulus aan de Kolossenzen (vaak kortweg Kolossenzen genoemd) is een boek in het Nieuwe Testament van de christelijke Bijbel.
Epistle of Paul to the Colossians, usually referred to simply as Colossians, is the twelfth book of the New Testament.

Paulus schreef zijn brief aan de Kolossenzen omdat hij had gehoord dat ze ernstig afdwaalden. (Zie Gids bij de Schriften, ‘Brieven van Paulus’.)
Paul wrote his Epistle to the Colossians because of a report that they were falling into serious error (see Bible Dictionary, “Pauline Epistles”).

In zijn brief aan de christenen in Kolosse waarschuwde Paulus voor de „aanbidding van de engelen”. — Kolossenzen 2:18.
In his letter to Christians in Colossae, Paul warned against the “worship of the angels.” —Colossians 2:18.

Zo wordt ons verteld dat Epenetus „een eersteling van Asia” was, Erastus „de stadsbeheerder” in Korinthe was, Lukas een geneesheer, Lydia een purperverkoopster en Tertius de schrijver van Paulus’ brief aan de Romeinen was (Romeinen 16:5, 22, 23; Handelingen 16:14; Kolossenzen 4:14).
We are informed, for example, that Epaenetus was “a firstfruits of Asia,” that Erastus was “the city steward” at Corinth, that Luke was a physician, that Lydia was a seller of purple, and that Tertius was the one Paul used to pen his letter to the Romans.

7 Waarschijnlijk heeft Paulus zijn brief aan de Kolossenzen zo’n 27 jaar na de dood van Jezus Christus geschreven.
7 Likely, Paul wrote his letter to the Colossians about 27 years after the death of Jesus Christ.

Sommigen zijn van mening dat dit de brief aan de gemeente te Laodicea is, waarnaar Paulus in Kolossenzen 4:16 verwijst.
Some hold that this is the letter to the Laodicean congregation to which Paul refers at Colossians 4:16.

Paulus heeft de brief aan de Kolossenzen geschreven ten gevolge van een bericht dat de heiligen te Kolosse bezig waren ernstig af te dwalen.
Paul wrote the epistle to the Colossians as a result of a report that the Colossian Saints were falling into serious error.