brood oor Nederlands

brood

naamwoord

Vertalings in die woordeboek Afrikaans - Nederlands

brood

naamwoord onsydig

Een voedsel dat uit deeg bestaat, dat gemaakt is door het te kneden, en dat meestal met gist of bakpoeder rijst, waarna het wordt gebakken.

In ruil vir een maaltyd van brood en lensies!
In ruil voor wat brood en een linzengerecht!

mik

naamwoord

voorbeelde

“Ons brood vir hierdie dag”
„Ons brood voor vandaag”

Vervolgens murmureer hulle oor die gebrek aan vleis en brood, waarop hy saans vir hulle kwartels en soggens die soeterige manna, soos dou op die grond, voorsien.
Als zij wederom klagen, ditmaal over het gebrek aan vlees en brood, voorziet hij hen ’s avonds van kwartels, terwijl ’s ochtends het zoetige manna als dauw op de grond ligt.

Waarom is die manna wat aan die Israeliete voorsien is, “die graan van die hemel” en “die brood van magtiges” genoem?
Waarom werd het manna, dat voor de Israëlieten werd verschaft, „het hemelkoren” en „het brood der sterken” genoemd?

Name, titels, Josef se posisie as huisbestuurder, die posisie wat hy as onderheerser in die land en as voedseladministrateur ontvang het, die Egiptiese manier om mense te begrawe en selfs die gewoonte van bakkers om mandjies brood op hulle koppe te dra—daar is bevind dat dit alles met Egiptiese gewoontes van daardie tyd ooreenkom.—Genesis, hoofstukke 39–47; 50:1-3.
Namen, titels, Jozefs positie als huisbestuurder, de positie die hem als tweede regeerder in het land en als voedselbeheerder werd gegeven, de Egyptische begrafenisgewoonten en zelfs de gewoonte van bakkers om manden met brood op hun hoofd te dragen — dit alles blijkt in overeenstemming te zijn met de Egyptische gewoonten van die tijd. — Genesis hfdst. 39–47; 50:1-3.

Die brood wat die gevangenes geëet het, het soos die vilt gelyk waarmee stewels gemaak is!
Het brood dat de gevangenen aten, leek op het vilt waar laarzen van gemaakt werden!

Die Bybel noem Jehovah “die Een wat brood gee aan dié wat honger is”, en dit bevat talle profesieë wat toon dat hy alle probleme sal verwyder wat veroorsaak word omdat mense nie toegang tot voedsel het nie.—Psalm 146:7.
De bijbel noemt Jehovah Degene „die brood geeft aan de hongerigen”, en er staan talrijke profetieën in die te kennen geven dat hij alle problemen zal elimineren die nu het verkrijgen van voedsel in de weg staan. — Psalm 146:7.

Dit is toe dat hy my sy Bybel aangebied het as ek hom drie dae lank my brood gee.
Bij die gelegenheid bood hij me zijn bijbel aan in ruil voor mijn broodrantsoen voor drie dagen.

Terwyl ek na die winkel toe gery het—my ma het per slot van rekening nog steeds die brood nodig gehad—was ek in skok.
Terwijl ik naar de winkel reed — per slot van rekening moest mijn moeder toch het brood hebben — was ik totaal van streek.

Die goeie nuus is in die 1990’s verkondig aan mense wat vir brood gewag het
Prediken tot personen die in de rij stonden voor brood (jaren 90)

Die ou brode is gewoonlik gehou vir die priesters om te eet.
De oude broden mochten gewoonlijk alleen door de priesters gegeten worden.

(Lukas 5:27-30). ’n Ruk later in Galilea “het die Jode oor [Jesus] begin murmureer omdat hy gesê het: ‘Ek is die brood wat uit die hemel neergedaal het.’”
(Lukas 5:27-30) Weer wat later begonnen de joden in Galilea over Jezus te „murmureren, omdat hij gezegd had: ’Ik ben het brood dat uit de hemel is neergedaald.’”

Hy is die brood van God af.
Hij is het brood des levens:

Daardie “stukkie brood” was toe uiteindelik ’n feesmaal van vetgemaakte kalf met roosterkoeke van die beste meel, dikmelk en soetmelk—’n fees geskik vir ’n koning.
Dat „stuk brood” bleek achteraf een feestmaal te zijn bestaande uit een gemest kalf, ronde koeken van meelbloem, boter en melk — een koningsmaal.

Vir die man Adam het hy gesê: “In die sweet van jou aangesig sal jy brood eet totdat jy terugkeer na die aarde toe, want daaruit is jy geneem.
Tot de man Adam zei hij: „In het zweet van uw aangezicht zult gij brood eten, totdat gij tot de aardbodem terugkeert, want daaruit werdt gij genomen.

Hulle bly ook vir die sewedaagse Fees van die Ongesuurde Brode wat daarop volg, wat hulle as deel van die Pasgaseisoen beskou.
Zij blijven ook voor het erop aansluitende zevendaagse feest der ongezuurde broden, dat zij beschouwen als een deel van het paschafeest.

Die Evangelie wat deur Matteus opgeteken is, sê ook vir ons dat Jesus Christus uit die geïnspireerde Hebreeuse Geskrifte aangehaal het toe Hy Satan se pogings om Hom te versoek, verwerp het met die woorde: “Daar staan geskrywe: ‘Die mens moet nie van brood alleen lewe nie, maar van elke uiting wat deur Jehovah se mond uitgaan’” (Matteus 4:4).
Bovendien deelt het door Mattheüs opgetekende evangelie ons mee dat Jezus Christus, toen Hij Satans pogingen om Hem te verleiden afwees, de geïnspireerde Hebreeuwse Geschriften aanhaalde en zei: „Er staat geschreven: ’De mens moet niet van brood alleen leven, doch van elke uitspraak die uit Jehovah’s mond voortkomt’” (Mattheüs 4:4).

Maar Jehovah was nie van plan om sy volk sonder enige brood te laat nie.
Maar Jehovah was niet van plan om zijn volk zonder brood te laten zitten.

Met die bygaande resep sal jy brood kan bak wat met suurdeeg rys en gewild is in Westerse lande.
Het bijgaande recept zal u helpen een brood van gistdeeg te bakken dat populair is in westerse landen.

Vis, vleis, aartappels, brood en suiwelprodukte maak die grootste deel van die Noorweegse dieet uit.
De Noren eten voornamelijk vis, vlees, aardappels, brood en zuivelproducten.

Toe begin die Jode oor Jesus murmureer, omdat hy gesê het: “Ek is die brood wat uit die hemel neergedaal het.”
Hierop beginnen de joden tegen Jezus te murmureren, omdat hij gezegd heeft: „Ik ben het brood dat uit de hemel is neergedaald.”

Jesus het ’n beker wyn en ’n ongesuurde brood met sy apostels gedeel.
Jezus liet een beker wijn en een ongezuurd brood rondgaan onder zijn apostelen.

“Die mens moet nie van brood alleen lewe nie, maar van elke uiting wat deur Jehovah se mond uitgaan.”—MATTEUS 4:4.
„De mens moet niet van brood alleen leven, doch van elke uitspraak die uit Jehovah’s mond voortkomt.” — MATTHEÜS 4:4.

Salomo gebruik nog ’n aspek van die landbou—om die grond om te ploeg—en sê: “Wie sy grond bewerk, sal met brood versadig word.”
Salomo maakt van nog een aspect van het plattelandsleven gebruik — het bebouwen van de grond — door te zeggen: „Wie zijn land bebouwt, zal zelf met brood verzadigd worden.”

Sonder om vir Nabal te sê, het sy “haar gehaas en tweehonderd brode en twee groot kruike wyn en vyf bereide skape en vyf sea geroosterde graan en honderd rosynekoeke en tweehonderd koeke van saamgeperste vye geneem” en dit vir Dawid en sy manskappe gegee.
Zonder het tegen Nabal te zeggen „haastte Abigaïl zich en nam tweehonderd broden en twee grote kruiken wijn en vijf toebereide schapen en vijf sea-maten geroosterd koren en honderd rozijnenkoeken en tweehonderd koeken van samengeperste vijgen” en gaf dat aan David en zijn mannen.

Om daardie dun, bros brood te eet wat van meel en water sonder suurdeeg (of gis) gebak word, moes dit gebreek word.
Dit brood, dat op een cracker leek en van meel en water, zonder zuurdeeg (of gist), werd gebakken, moest gebroken worden voordat het werd gegeten.