schrikken oor Engels

schrikken

werkwoord, naamwoord

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

scare

werkwoord

to frighten

Ik heb ook schrik, dus ga ik er niet naartoe.
I'm scared too, so I'm not going to go.

startle

werkwoord

to move or be excited on feeling alarm

Ik schrok ervan, dus keek ik door de kier van de deur.
It startled me so I cracked the door and looked out.

harrow

werkwoord

traumatise, frighten

quenching · to scare · shy · start

Soortgelyke frases

met de schrik vrijkomen
have a narrow escape

laten schrikken
scare · startle · to scare

schrik hebben van
be afraid · fear · have fear

doen schrikken
affright · appal · appall · frighten · scare · startle · terrify · to frighten

door schrik bevangen worden
behorrified

tot mijn schrik
to my alarm · to my horror

voorbeelde

Toen keek broeder Christensen naar het schema en zag hij tot zijn grote schrik dat de finale op zondag gespeeld zou worden.
It was then that Brother Christensen looked at the schedule and, to his absolute horror, saw that the final basketball game was scheduled to be played on a Sunday.

Uw broer had zijn schrik wolf bij zich, maar ik vermoed dat dat alles was.
Your brother had his direwolf with him, but I suspect that's as far as it went.

‘Solman heeft ze de schrik voor Ka op het lijf gejaagd.
“It was Solman who put the fear of Ka into them.

Nee, " Ooh ", vol verbazing en schrik!
No, in surprise and alarm!

Eindelijk deed ze haar leesbril af en keek hen aan zonder schrik of angst.
Finally she lifted her reading glasses and gazed at them, showing no apprehension or fright.

Hij had als bijnaam De schrik van Roden en was actief in de omgeving van Roden in Drenthe.
He was nicknamed the terror of Roden, as he was active in and around Roden in the Drenthe Province.

‘Je hebt me vanochtend zo laten schrikken, Katie.’
“You gave me such a scare this morning, Katie.”

Tegenwoordig schrik ik jongens af, volgens mij.’
I seem to frighten boys away these days.’

Laat haar niet schrikken ... heeft net griep gehad ... hart niet sterk.'
Don’t startle her ... she’s had flu ... heart not strong.’

'Ik wilde je niet laten schrikken.'
I didn’t mean to frighten you.

Ze drukte haar handen voor haar mond om niet een kreet van schrik en woede uit te stoten, want ze had de man herkend.
Suddenly, she pressed her hand over her mouth so she wouldn’t cry out in fear or anger, for she had recognized the man.

Verdor, mijn hand, als die uw ouderdom zo'n schrik aanjaagt.
Beshrew my hand if it should give such cause of fear.

Laat al wat een dag verduistert, hem schrik aanjagen.
Let the things that darken a day terrorize it.

Sorry als ik je liet schrikken.
I'm sorry if I startled you.

Toen Neeve vrijdagmorgen wakker werd, ontdekte ze tot haar schrik dat het al kwart voor negen was.
Friday morning when Neeve awakened, she’d been startled to see that it was quarter to nine.

Sorry dat ik je liet schrikken.
Sorry if I frightened you.

Ik heb hetzelfde gevoel als toen Alice me net aan de rand van de markt liet schrikken.
I have the same feeling I had when Alice startled me at the entrance to the market.

Freddie leek van haar toon te schrikken en Reagan probeerde het te verzachten.
Freddie looked taken aback by her tone, and Reagan tried to soften it.

Als we te gretig zijn, zal hij schrikken.
If we come at him hot, he'll spook.

Ik heb er soms muziek bij gedaan, als effect. In de hoop dat jij misschien zou schrikken.
I've added music occasionally for effects, hoping to scare you.

Gegroet, keizer, vreugde en schrik van't heelal, monarch der monarchen.
Greetings, emperor, delight and terror of all universe.

Sorry dat ik je liet schrikken, Alice.
Sorry to have disturbed you, Alice.

Maar hij was blij dat de jongen er was, want tot zijn schrik kon hij niet duidelijk zien.
But he was glad the boy was here because to his alarm he could not see clearly.

Probeerde ze me nu af te schrikken?
Did she mean to scare me away?

‘Hemel, Claire, ik schrik me dood,’ zei ze terwijl de taxi wegreed.
‘Lord, Claire, you scared me,’ she said as the taxi pulled away.