Zefanja oor Engels

Zefanja

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

Book of Zephaniah

naamwoord

De authenticiteit van het boek Zefanja wordt goed gestaafd.
The authenticity of the book of Zephaniah is well established.

voorbeelde

Jehovah had voorzegd: „Moab zelf zal net als Sodom worden, en de zonen van Ammon als Gomorra, een domein van netels, en een zoutput, en een verlaten woestenij, ja, tot onbepaalde tijd” (Zefanja 2:9).
Jehovah had foretold: “Moab herself will become just like Sodom, and the sons of Ammon like Gomorrah, a place possessed by nettles, and a salt pit, and a desolate waste, even to time indefinite.”

Welke geestelijke hulp gaf Zefanja aan „een vaderloze jongen”?
Zephaniah provided what spiritual assistance to one who might be compared to “a fatherless boy”?

Om deze reden doen Jehovah’s Getuigen er alle moeite voor om oprechte waarheidszoekers te helpen het gebod te gehoorzamen dat in het bijbelboek Zefanja staat opgetekend: „Zoekt Jehovah, al gij zachtmoedigen der aarde, die Zíjn rechterlijke beslissing hebt volbracht.
That is why Jehovah’s Witnesses are also devoting all their efforts in helping sincere truth-seekers to obey the command found in the Bible book of Zephaniah: “Seek Jehovah, all you meek ones of the earth, who have practiced His own judicial decision.

Eenheid is het resultaat van de „zuivere taal”, Gods hoge norm voor aanbidding (Zefanja 3:9; Jesaja 2:2-4).
Unity results from the “pure language,” God’s standard of worship. —Zephaniah 3:9; Isaiah 2:2-4.

Bovendien spreekt de psalmist over degenen die het verdienen door God veroordeeld te worden: „Stort uw woede uit over de natiën die u niet hebben gekend, en over de koninkrijken die uw eigen naam niet hebben aangeroepen.” — Psalm 79:6; zie ook Spreuken 18:10; Zefanja 3:9.
In addition, the psalmist speaks of those deserving God’s adverse judgment: “Pour out your rage upon the nations that have not known you, and upon the kingdoms that have not called upon your own name.”—Psalm 79:6; see also Proverbs 18:10; Zephaniah 3:9.

11 In zijn beroemde Bergrede bevestigde Christus Jezus, Gods grootste profeet, dat Zefanja een ware profeet van God was door woorden te spreken die een treffende overeenkomst vertonen met Zefanja’s raad in hoofdstuk 2 vers 3: „Zoekt Jehovah, al gij zachtmoedigen der aarde . . .
11 In his famous Sermon on the Mount, Christ Jesus, God’s greatest prophet, supported Zephaniah as a true prophet of God by speaking words that are strikingly similar to Zephaniah’s counsel at chapter 2, verse 3: “Seek Jehovah, all you meek ones of the earth . . .

JEHOVAH’S grote dag is heel nabij (Joël 1:15; Zefanja 1:14).
JEHOVAH’S great day is very near.

Wellicht zult gij verborgen worden op de dag van Jehovah’s toorn.” — ZEFANJA 2:3.
Probably you may be concealed in the day of Jehovah’s anger.” —ZEPHANIAH 2:3.

Wat de overgeblevenen van Israël betreft, zij zullen geen onrecht doen, noch leugen spreken, noch zal er in hun mond een bedrieglijke tong worden gevonden; want zijzelf zullen weiden en zich werkelijk uitgestrekt neerleggen, en er zal niemand zijn die hen doet beven” (Zefanja 3:12, 13).
As regards the remaining ones of Israel, they will do no unrighteousness, nor speak a lie, nor will there be found in their mouths a tricky tongue; for they themselves will feed and actually lie stretched out, and there will be no one making them tremble.”

Wat zei een bijbelgeleerde over de profetie van Zefanja?
What did a Bible scholar state concerning the prophecy of Zephaniah?

In zijn commentaar op Zefanja schreef professor C.
In his commentary on Zephaniah, Professor C.

Dit op de eerste plaats stellen van Jehovah werd door Zefanja beklemtoond, toen hij zei: „Zoekt Jehovah, al gij zachtmoedigen der aarde” (Zef.
Zephaniah highlighted this, putting Jehovah first, when he said: “Seek Jehovah, all you meek ones of the earth.”

Net als Zefanja en Habakuk weet je niet precies wanneer die dag zal komen (Markus 13:32).
Like Zephaniah and Habakkuk, you do not know exactly when that day will come.

Door acht te slaan op de profetische waarschuwingsboodschappen die in de bijbel worden aangetroffen, kunnen wij aan de verschrikkingen ervan ontkomen. — Zefanja 2:2, 3.
(Joel 2:31) By heeding the prophetic messages of warning found in the Bible, we may escape its fury.—Zephaniah 2:2, 3.

20 Het is er voor ons allemaal nu echt de tijd voor de aansporing ter harte te nemen die ons via de profeet Zefanja wordt gegeven: „Voordat over ulieden de brandende toorn van Jehovah komt, voordat over u de dag van Jehovah’s toorn komt, zoekt Jehovah, al gij zachtmoedigen der aarde, die Zíȷ́n rechterlijke beslissing hebt volbracht.
20 Now is truly the time for all of us to take to heart the exhortation given through the prophet Zephaniah: “Before there comes upon you people the burning anger of Jehovah, before there comes upon you the day of Jehovah’s anger, seek Jehovah, all you meek ones of the earth, who have practiced His own judicial decision.

Jehovah is de enige rechtmatige Soeverein van het universum, oneindig superieur aan levenloze afgoden (Micha 1:7; Habakuk 2:18-20; Zefanja 2:11).
Jehovah is the only rightful Sovereign of the universe, incomparably superior to lifeless idols.

Hij is nabij en haast zich zeer.” — ZEFANJA 1:14.
It is near, and there is a hurrying of it very much.” —ZEPHANIAH 1:14.

Jehovah deed „de trots van de sterken” ophouden toen koning Zedekía, de gezalfde in de geslachtslijn van David, gevangen werd genomen, blind werd gemaakt en naar Babylon werd gevoerd, en de voornaamsten van de priesterschap werden afgeslacht, onder wie de overpriester Seraja en de tweede priester Zefanja.
“The pride of the strong ones” was caused to cease when King Zedekiah, the anointed one of the line of David, was captured, blinded, and taken to Babylon, and the chief ones of the priesthood were slaughtered, including the chief priest Seraiah and the second priest Zephaniah.

De profeet Zefanja zet de handelwijze die men moet volgen om ten tijde van de goddelijke toorn verborgen te worden, met de volgende woorden uiteen:
The prophet Zephaniah spells out the course of action one must take to find concealment during the time of divine anger:

Vlak voordat God beloofde „volken tot een zuivere taal [te] doen overgaan”, waarschuwde hij: „’Blijft mij verwachten,’ is de uitspraak van Jehovah, ’tot de dag dat ik opsta tot de buit, want mijn rechterlijke beslissing is, natiën te vergaderen, dat ik koninkrijken bijeenbreng, ten einde mijn openlijke veroordeling erover uit te storten, heel mijn brandende toorn; want door het vuur van mijn ijver zal heel de aarde verslonden worden.’” — Zefanja 3:8.
Just before God promised to “give to peoples the change to a pure language,” he warned: “‘Keep yourselves in expectation of me,’ is the utterance of Jehovah, ‘till the day of my rising up to the booty, for my judicial decision is to gather nations, for me to collect together kingdoms, in order to pour out upon them my denunciation, all my burning anger; for by the fire of my zeal all the earth will be devoured.’” —Zephaniah 3:8.

Waarschijnlijk profeteerde Zefanja dus ten minste veertig jaar voordat „de grote dag van Jehovah” over het koninkrijk Juda kwam.
(2 Chronicles 34:4, 5) Likely, then, Zephaniah prophesied at least 40 years before “the great day of Jehovah” came upon the kingdom of Judah.

Bij monde van zijn profeet Zefanja voorzei Jehovah hoe hij zijn hand tegen Juda en Jeruzalem zou uitstrekken, waarbij hij er speciaal op zou toezien dat zelfs de vorsten of de zonen van de koning niet zouden ontkomen (Ze 1:4-8).
(Eze 13:5) By the mouth of his prophet Zephaniah, Jehovah foretold how he was about to stretch out his hand against Judah and Jerusalem, giving special attention so that not even the princes or the sons of the king would escape.

Jeremia, een tijdgenoot van Zefanja, sprak erover dat de Ammonieten in de naam van hun god Malkam het Israëlitische gebied Gad in bezit hadden genomen (Jeremia 49:1).
(2 Kings 1:1) Jeremiah, a contemporary of Zephaniah, spoke of the Ammonites’ occupying the Israelite territory of Gad in the name of their god Malcam.

Wat werd in Zefanja 1:4-6 voorzegd, en hoe ging die profetie in vervulling in het Juda uit de oudheid?
What was foretold at Zephaniah 1:4-6, and how was that prophecy fulfilled in ancient Judah?

Wat vertelt Zefanja onmiddellijk nadat hij deze raad heeft gegeven?
Immediately after such advice, what does Zephaniah tell about?